door: Bas Kammenga | 21 september 2023

Peter Klos en Zwembad de Waterdam in Volendam kwamen in 2009 op elkaars pad. Na veertien jaar zwaait Klos daar nu af om nu andere wegen te gaan bewandelen. Klos vertelt over zijn loopbaan, hoe hij in Volendam binnenrolde en welke plannen hij heeft voor de komende jaren.

Hij omschrijft zichzelf als een ‘zondagskind’ als hij zijn levensloop opsomt. “Ik ben een vrije geest en volg de kansen die toevalligerwijs op mijn pad komen,” aldus Peter Klos (44). “Die veertien jaar in Volendam klinken als heel lang en voelen bijna als een eeuwigheid. Hoe ik in de zwemwereld terecht kwam? Toen ik kind was, zwom ik bij de reddingsbrigade met een buurjongetje en zijn broer en mijn broer. Dat heb ik een jaar of tien gedaan en daar is de liefde voor de zwemsport ontstaan.”

Tijdens zijn studie bestuurskunde zag Klos een vacature voor badmeester in het buitenbad in Wormer voorbij komen. “Dat leek me een hartstikke leuke baan, maar het was alleen in de zomer. Toen ben ik ook op zoek gegaan naar een binnenbad bij mij in de buurt en ben ik het vervolg van mijn studie badmeester geweest. Dat beviel heel goed in een mooie werkomgeving met een positieve sfeer. Want zwemmen doen mensen vooral voor hun plezier.”

Praktijk
Na zijn studie werkte hij nog een jaar voor de universiteit, maar bleek hij de praktijk toch een stuk interessanter te vinden. “Er was een vacature in Zaanstad en daar ben ik op relatief jonge leeftijd binnengehaald als vestigingsmanager maar ook als projectmanager. Er lag een hoop werk op de plank, maar te weinig kennis en expertise om het uit te voeren. Een 24-jarige accommodatiemanager was best een zeldzaamheid in die tijd.”

"De bankencrisis zorgde er voor dat de bouw van een sporthal en overige accommodaties op de lange termijn geschoven"

De kans greep hij met beide handen aan en zo ontdekte hij dat het helemaal zijn wereld was. “Ik moest procesmatig denken en had te maken met veel actoren en belangen. Dat vond ik echt super. In een latere fase kreeg ik twee accommodaties onder mijn hoede, maar waren de echte uitdagingen wel een beetje op. In die fase werd ik benaderd voor Zwembad de Waterdam in Volendam, want daar zochten ze iemand die het renovatieproces kon begeleiden.”

Aanpakken
En zo kwam Klos in 2009 binnen in de organisatie. “In het renovatietraject waren veel wethouders en ambtenaren betrokken. Het plan was binnen vijf jaar het project te realiseren. De bankencrisis zorgde er echter voor dat de bouw van een sporthal en overige accommodaties op de lange termijn geschoven. Dus zijn we begonnen met het aanpakken van het buitenbad. De plannen voor de nieuwe accommodatie werden concreter en in 2018 werden de binnenbaden aangepakt en de sporthal gebouwd.”

Normaal gesproken is een normale sluitingstermijn van een binnenbad in geval van renovatie negen maanden, maar Klos kreeg het voor elkaar de sluiting tot vier maanden te beperken. “Dat was misschien een beetje overmoedig. De economie draaide weer volop en de omstandigheden waren flink gewijzigd. Maar het is uiteindelijk gelukt. In 2019 was de heropening en op dat moment zou ik nog één jaar blijven om de kinderziektes eruit te halen. Maar toen kwam corona.”

Projecten
In die fase zette Klos samen met Ricky Jørgensen, een voormalig Deens topzwemmer, het Swiminstitute op. “Het gaat om een soort ‘windtunnel’ maar dan voor zwemmers, waarin met een bepaalde tegenstroom door middel van analyse de techniek verbeterd kan worden. Daarnaast zijn er uitwisselingen tussen Nederland en Denemarken opgestart in de vorm van studiereizen.”

In die fase haakte Klos ook aan bij de lokale politiek om sport ‘meer op de kaart te zetten’. “Ook deed ik nog losse opdrachten voor Sportfondsen Nederland en zo ben ik in contact gekomen met Drijver & Partners, een advies- en managementbureau op het gebied van vooral sport. Daarheen maak ik nu de overstap en zo laat ik Volendam na veertien jaar toch echt achter me.”

"Schoolzwemmen is onderdeel van de lichamelijke opvoeding met als grote bijvangst de zwemveiligheid"

Verjonging
De laatste jaren is de organisatie van De Waterdam fors verjongd. “Toen ik begon zou maar liefst tachtig procent van de ingevulde uren van de organisatie binnen zeven jaar met pensioen gaan. Dus we moesten verversen. De goede dingen uit de cultuur hebben we bewaakt. Wie zijn we als organisatie en wat willen we uitstralen? Hoe gaan we dat vormgeven in een zwemlesplan? Die vragen hebben allemaal beantwoord en bij de heropening hebben we het concept ook integraal ingevoerd.”

Voor het schoolzwemmen is gekozen voor een bijzondere aanpakken. “Als overblijfsel van het ‘oude’ schoolzwemmen kwam hier ook altijd één leeftijdsgroep een heel jaar lang zwemmen. Maar dat voldeed niet meer aan de tijd en de behoefte van de scholen. Sinds 1985 is het aanleren van zwemmen een verantwoordelijkheid van de ouder. Schoolzwemmen is onderdeel van de lichamelijke opvoeding met als grote bijvangst de zwemveiligheid.”

Lesprogramma
Om die reden worden dan ook kinderen uit de groepen 3 tot en met 8 van de basisscholen ontvangen voor schoolzwemmen. “Het is onderdeel van de gymles, maar dan vijf weken per schooljaar. Je gaat immers ook niet een heel jaar lang alleen maar touwklimmen. De leerlijn biedt minimale zwemveiligheid, maar daarnaast ook nog een geweldig en afwisselend lesprogramma voor alle leeftijden. Nadat het gemeentebestuur enthousiast was, hebben we alle schoolbesturen enthousiast gemaakt. Ook de scholen, kinderen en ouders lopen ermee weg.”

In het concept ‘Swim to Play’ zit een link naar het Athletic Skills Model (ASM). “De vakdocent lichamelijke opvoeding die in het zwembad werkt en een medewerker van de ‘sportkoepel’ hanteren de ASM-methode. We willen de trainingen van Swim to Play explicieter maken en houden nu het hele zwemplan tegen het licht, zowel voor het zwem-ABC als het schoolzwemmen. De nationale raad voor de zwemdiploma’s staat positief tegenover vernieuwingen. Door het Swim2play en het ASM-model beter te integreren kan een hoger rendement worden gehaald.”

Tot slot maakt Klos nog van de gelegenheid gebruik de aandacht te vestigen op de ervaringen die hij met zijn reisgenoten opdeed in Denemarken. “Daar hebben ze geen sportwet, maar een ‘non-formele educatiewet’. Die grijpt in op een breder spectrum dan sport en zo zijn scholen, naschoolse opvang, sport en cultuur beter geïntegreerd. Een interessant concept om nog verder op voort te borduren. Daar zal ik de komende periode ook zeker verder induiken.”

Voor meer informatie: 'Nederland moet een voorbeeld nemen aan Denemarken, misschien niet op alle fronten maar wel als het gaat om sport en bewegen' (column Joop Alberda)

Eigenschappen
21 september 2023
#replace title#