door: Bas Kammenga | 4 juli 2024
De opleiding tot Sportadviseur van NOC*NSF is een traject van zes dagen waarin sportprofessionals worden geschoold in het adviseren van sportverenigingen. Aan de hand van praktijkvoorbeelden en opdrachten in het werkveld, wordt deze cursus vormgegeven met behulp van diverse experts uit de sportwereld. Daniel Klijn vertelt over het belang van een voldoende aantal adviseurs voor het Nederlandse sportlandschap.
Daniel Klijn is bestuurskundige, organisatiekundige, advieskundige en al zo’n 20 jaar actief in de vrijwilligerssector. “Zo heb ik bij goede doelen gewerkt, in de cultuursector en ook ben ik veel in de sportwereld actief”, stelt Klijn zichzelf voor. “In de sport zijn er meer dan een miljoen vrijwilligers actief. Ik heb in mijn leven alle functies in de sport zelf ook wel eens vervuld, van beleidsmaker tot directeur, van adviseur tot manager. Ik sta nog steeds wekelijks met de poten in de klei en wil weten wat er binnen verenigingen speelt.”
Boeken
Het ontstaan van zijn rol als docent bij de opleiding tot sportadviseur kent zijn oorsprong in het boek ‘Besturen met een visie’ dat Daniel Klijn schreef in 2014: “Dat werd een bestseller in verenigingsland. Daar heb ik ook een training aan gekoppeld met mijn bedrijf Brug8. Dat was vooral gericht op de bestuurders en managers binnen de clubs. Daarnaast vond ik het belangrijk dat ook alle verenigingsadviseurs en -ondersteuners aangehaakt zouden worden in dit gedachtengoed.”
Het was voor Klijn de aanleiding om voor die doelgroep van professionals een tweede boek te schrijven: ‘Verenigingen veranderen’. “Dat is het handboek voor het adviseren van sportclubs. Er was in mijn ogen te weinig kennis over het adviesvak binnen die beroepsgroep. Ik kwam ‘adviseurs’ tegen met achthonderd verenigingen onder hun hoede. Dat zou ik meer omschrijven als een helpdesk, ook een vorm van advies maar niet volgens de definitie die ik graag zou hanteren.”
Definitie
Klijn merkte dat advies een containerbegrip was geworden. “Een echt advies voor een verandertraject of ontwikkeltraject is toch echt heel iets anders en van een ander niveau. Ik denk dat het in de huidige tijd van stijgende kosten, beschikbaarheid van vrijwilligers tot allerlei maatschappelijke opgaven erg belangrijk is dat de verenigingen mee kunnen blijven komen. Al die uitdagingen komen op het bordje van de bestuurders. Het adviesvak ondersteunt de bestuurders daarbij.”
Clubondersteuning is en blijft een grote uitdaging in Nederland. “Er is een groot tekort aan voldoende adviseurs die de tijd kunnen nemen om de vereniging te leren kennen en eerst intern en extern onderzoek te doen. Om vervolgens de koers te bepalen en in de maanden daarna verbeteringen of veranderingen door te voeren. Wij bieden met de opleiding tot sportadviseur een zesdaagse training die in de grote behoefte voorziet. Het is onhaalbaar om genoeg mensen een jaar lang terug in de schoolbanken te zetten, dus hebben we gekozen voor een compact traject.”
“We hebben heel veel casussen liggen van verenigingen en daarmee gaan de deelnemers aan de slag. Ze maken een analyse, bedenken een aanpak en brengen een advies uit. Daarbij is het ook nog belangrijk om na te denken over hoe je zo’n advies gaat brengen aan een clubbestuur. Dat is ook een belangrijk van het adviesvak. Die skills en vaardigheden zijn integraal onderdeel van de verandering, die je wilt maken. Je moet die club in beweging brengen.”
Adviseurs worden vaak ingezet door de lokale overheid of de sportbond. “Dat is wel een spanningsveld en daarbij staan we dus ook stil. Hoe zorg je dat je de rol als adviseur goed blijft invullen? Dat moet je aan de voorkant allemaal goed afstemmen. Een adviseur moet geen verlengstuk van een overheid of bond zijn, maar vooral onafhankelijk zijn ten opzichte van alle partijen.”
Doelgroep
De doelgroep van de opleiding is best wel divers: van personen die bij een gemeente of bond of servicebureau werken tot beleidsmedewerkers en managers. “Het kunnen ook mensen zijn die al met advies of ondersteuning bezig zijn. Maar we hebben ook wel buurtsportcoaches die een dergelijke rol willen spelen in hun omgeving. We beginnen een cursus altijd met de vraag ‘wanneer ben je nu eigenlijk een adviseur?’. Het antwoord daarop is: ‘pas als iemand je een vraag stelt’.”
Als adviseur moet je ervoor zorgen dat mensen intrinsiek de behoefte hebben om vragen gaan stellen. “Bestuurders moeten vooral zelf tot het inzicht komen dat ze een behoeftevraag hebben. Om daar als adviseur op in te kunnen spelen heb je spreek- en schrijfvaardigheid nodig en moet je strategisch kunnen denken en handelen. De vertrouwensrelatie opbouwen met bestuurders is ook een succesfactor.”
Traject
De opleiding bestaat uit zes cursusdagen. “Een belangrijk thema is gesprekstechniek, dat we aanpakken aan de hand van rollenspel. Persoonlijke stijl en persoonlijke ontwikkeling is een ander onderdeel. Een adviseur neemt altijd zichzelf mee en daarmee is bewustwording belangrijk van de rol en positie in een traject. De leukste dag is de laatste, dan gaan groepen van drie cursisten de praktijk in.”
In één dag doorlopen de cursisten op die slotdag een adviestraject. “In de ochtend gaan ze binnen bij een club om informatie op te halen en gesprekken te voeren. In de middag moeten ze hun advies uitwerken en in de avond volgt dan de presentatie op de club. Een echte praktijkdag. Dan gebeurt ook echt alles en voelen de cursisten echt wat het vak inhoudt, met alles wat en goed en fout kan gaan.”
Theorie
Uiteraard is er op de eerdere cursusdagen ook volop aandacht voor de theorie. “Wat beleid maken en besturen inhouden, een onderwerp als marketing komt aan de orde. Daarin is er ook aandacht voor het gebruiken van alle data die beschikbaar zijn. Het is belangrijk om basiskennis te hebben op alle deelgebieden. Vooraf stellen we dus duidelijk welke definitie wij van het adviesvak stellen, want er zijn misschien wel twintig verschillende vormen van adviesrollen rondom een vereniging.”
Na afloop krijgen de cursisten van NOC*NSF een certificaat. “Alle deelnemers worden ook nog eens uitgenodigd voor een terugkomdag rond een bepaald thema. De opleiding bestaat nu al ruim tien jaar en is continu aangepast aan de actualiteit in het werkveld. Per cursus hebben we zo’n twaalf tot zestien personen om de kwaliteit en persoonlijke coaching te kunnen waarborgen.”
In Nederland zijn meer dan 22.000 verenigingen. “Het zou mooi zijn als we op termijn in Nederland zo’n duizend adviseurs hebben rondlopen. Met alle uitdagingen die er zijn en op ons af gaan komen, hebben verenigingen grote behoefte aan gedegen advies om op die manier toekomstbestendig te blijven. Alle cursisten gaan altijd vol energie aan de slag en gaan ook nog eens tevreden naar huis. Met een andere mindset en andere kijken op het adviesvak. Dat is onze insteek.”
Voor meer informatie: Opleiding Sportadviseur