door: Adri Broeke

Om de grote uitdagingen waarvoor we staan succesvol aan te kunnen pakken hebben we hoogwaardig opgeleide vakmensen en professionals nodig, aldus (inmiddels demissionair) onderwijsminister Robbert Dijkgraaf. Afgelopen jaar gaf hij het goede voorbeeld en creëerde ‘een waaier van gelijkwaardige opleidingen’. Sinds die tijd maken zowel het mbo, het hbo als het wo, ieder op hun eigen wijze, deel uit van het hoger onderwijs in ons land. In de nabije toekomst zullen (aanstaande) beroepsbeoefenaren meer dan ooit goed moeten kunnen samenwerken. Met elkaar binnen dezelfde beroepsgroep, maar ook met vakmensen en professionals die in ander organisaties of sectoren werkzaam zijn. Zijn al onze straks hoogopgeleide sport en bewegen professionals daar klaar voor?

Het aanbod aan mbo-, hbo- en wo-opleidingen op het gebied van sport en bewegen is de laatste decennia enorm gegroeid. Vele duizenden ‘sportstudenten’ betraden jaarlijks de arbeidsmarkt. Bij lange na niet vinden al deze afstudeerders een aantrekkelijk en langdurige (loop)baan in de sportsector. In het rapport ‘Toekomstverkenning arbeidsmarkt sport en bewegen’ gaan de onderzoekers van het Mulier Instituut uitvoerig in op het spanningsveld tussen vraag en aanbod op de zich ontwikkelende (inter)sectorale arbeidsmarkt.

De maatschappelijke vraag naar steeds meer uiteenlopende vormen van sportbeoefening en de daarvoor benodigde sportvoorzieningen nam de afgelopen jaren aanzienlijk toe. In het verlengde daarvan werden steeds hogere eisen gesteld aan de kwaliteit van het activiteitenaanbod en de deskundigheid van zowel het vrijwillige als het betaald (kader)personeel. Ondanks de bepaald niet rooskleurige arbeidsvoorwaarden in het hedendaagse sportlandschap is er van een dreigend arbeidstekort evenwel (nog) geen sprake. Na een grondige analyse van de huidige ontwikkelingen en trends vragen de onderzoekers zich wel af of een en ander wel de goede kant op gaat.

"Het ziet er naar uit dat de meeste banen straks in het overgangsgebied tussen de traditionele ‘sport als doel’-sector en de aanpalende ‘sport als middel’-sectoren te vinden zijn"

Een ‘beredeneerde’ vooruitblik
I
n het afsluitende deel van het rapport blikt men vooruit naar mogelijke ontwikkelingen ten aanzien van volwaardige banen en doorgroeimogelijkheden in het verbrede sportlandschap van morgen. Het ziet er naar uit dat de meeste banen straks in het overgangsgebied tussen de traditionele ‘sport als doel’-sector en de aanpalende ‘sport als middel’-sectoren te vinden zijn. Op de gezondheidsboulevards bijvoorbeeld waar je terecht kunt voor allerhande adviezen en behandelingen op het gebied van actieve leefstijl en fysieke en/of mentale ontspanningstechnieken. Of de leisuresportcentra’s die op commerciële basis allerlei sportieve games en challenges aan te bieden hebben voor jong en oud. Maar ook de nieuw ingerichte en professioneel geleide open(bare) sportparken gaan voor nieuwe werkgelegenheid zorgen. Evenals de van overheidswege financieel ondersteunende sportbuurthuizen waar naast sportverenigingen ook onder meer de BSO, het jongerenwerk of de ouderenzorgorganisaties huizen.

Het sportlandschap van morgen zal hopelijk qua arbeidsvoorwaarden veel minder versnipperd zijn. Bovendien zullen op het snijvlak van zorg, welzijn, onderwijs en sport nieuwe betaalde combinatiefuncties ontstaan. Bijvoorbeeld de sportplanoloog op het grensvlak van ruimtelijke ordening, stedelijke ontwikkeling en sport. Zo bezien gaan de professionals van morgen een mooie toekomst tegemoet. De onderzoekers eindigen echter met een waarschuwende vinger: 'Een beter functionerende arbeidsmarkt kan niet worden gerealiseerd zonder ingrijpende verandering in de organisatie van sport of het sportsysteem'. De onderzoekers van het Mulier Instituut hebben het gelukkig op tijd in de gaten: op sportgebied moet het roer radicaal om!

Op naar een vernieuwd sportlandschap
In de rubriek 'Boeken met Broeke' op het platform van Sport Knowhow XL zijn met het oog op die ingrijpende verandering de afgelopen vijftien jaar in de vorm van nieuwe literatuur en denkbeelden over sport en bewegen aardig wat innovatieve bouwstenen aangedragen. Een selectie daarvan is nu gebundeld in een jubileumuitgave getiteld ‘Op naar een vernieuwd sportlandschap’. Met name in deel drie van deze jubileumbundel wordt nader ingegaan op de noodzaak van interprofessioneel samenwerken.

"De sportkundeprofessional van morgen dient een aantal essentiële op vernieuwing en transformatie gerichte aanvullende sportoverstijgende kwaliteiten te ontwikkelen"

Het ziet er naar uit dat de sportprofessionals de komende tijd werkzaam zijn in een wereld met een hoog onzekerheidsgehalte. De vraagstukken en opgaven waar ze mee te maken krijgen zullen steeds vaker 'wicked' van aard zijn. Daarbij zijn veelal meerdere actoren betrokken en meerdere zienswijzen en belangen in het spel. Voor dit soort problemen en uitdagingen zijn eenduidige oplossingen lang niet altijd voorhanden. Met het oog daarop zal het competentieprofiel en/of de gereedschapskist van de hoogopgeleide sportkundeprofessionals verrijkt dienen te worden. De oplossing van maatschappelijke vraagstukken vraagt bij de betreffende belanghebbenden en partners om de nodige adaptieve vermogens. Bovenop de huidige op sectorspecifieke beroepskwalificaties dient de sportkundeprofessional van morgen dan ook een aantal essentiële op vernieuwing en transformatie gerichte aanvullende sportoverstijgende kwaliteiten te ontwikkelen.

Om 'goed werk' te kunnen leveren zijn tevens capaciteiten op het gebied van 'boundary crossing' en multidisciplinair teamwerk nodig. Naast kenniswerker op het gebied van sport en bewegen dient hij/zij als leidende verbinder grens-overstijgende taken en opdrachten steeds vaker te verrichten. De toekomstige sportprofessional is een T-shaped (inter)professional: een breed opgeleide generalist met verdiepende expertise op specifieke kennisgebieden. Als teamplayer weet hij/zij mensen met verschillende opvattingen en achtergronden met elkaar en aan de gezamenlijke opgave te verbinden.

Ook op sportgebied gaan we de komende jaren onzekere tijden tegemoet. Alleen met goed samenspel gaat de hoognodige ingrijpende ommekeer lukken.

Leestips

Adri Broeke (1946) verdiende de kost als bollenpeller, bakkersknecht, gymleraar, beroepsopleider, consultant, lector en als onderzoeker. Op 25 maart 2010 is hij gepromoveerd. De titel van zijn proefschrift: Professioneel Sportmanagement Vernieuwen. Zijn favoriete boek is: De A.F.C.’ers van J.B. Schuil.

 

 

Eigenschappen
21 november 2023
#replace title#