door: Emma Meertens | 22 juni 2023

Sinds december 2022 heeft de Academie voor Lichamelijke Opvoeding (ALO) aan de Hogeschool van Amsterdam (HvA) een nieuwe opleidingsmanager: Frank Posthumus. Met hem wil de HvA de verandering die een aantal jaar terug is ingezet binnen de ALO voortzetten.

Toen Frank Posthumus nog Bewegingswetenschappen studeerde aan de Vrije Universiteit van Amsterdam had hij één grote droom: docent worden op de ALO. Omdat hij zelf geen ALO-achtergrond heeft, lukte dat destijds niet. Via diverse omwegen is hij alsnog terecht gekomen op de plek die van jongs af aan hoog op zijn lijstje stond. Inmiddels is hij daar aangesteld als opleidingsmanager, een rol die hij eerder bekleedde bij de opleiding Toegepaste Psychologie aan de HvA. Zijn eerste ervaringen in een leidinggevende functie waren op de Hogeschool Utrecht. Posthumus had overigens nooit de ambitie om aan de slag te gaan in het onderwijs. “Ik kom uit een volledig onderwijsgezin. Maar ik dacht altijd: ik ga niet mijn ouders achterna”, zo vertelt hij. Uiteindelijk merkte hij dat onderwijs in zijn DNA zit en dat hij opvattingen heeft over hoe mensen zich het beste kunnen ontplooien. In de functie van opleidingsmanager komen beide zaken samen.

Proces begeleiden
De rode draad in de carrière van Posthumus is dat hij een manier van leidinggeven heeft waarin hij een omgeving wil creëren waar mensen de ruimte hebben om zichzelf te ontwikkelen. Op de vraag in hoeverre hij als opleidingsmanager zich inhoudelijk kan bemoeien met de opleiding, antwoordt hij duidelijk: “Het kan heel veel en ik doe het zo min mogelijk. Ik vind het namelijk belangrijk dat je gezamenlijk, als een team, aan de slag gaat met de missie, visie en doelstellingen en dat je samen een onderwijsprogramma opstelt. Mijn rol is dat dat proces op een goede manier plaatsvindt.”

“In de wereld van de lichamelijke opvoeding wordt de ALO door velen gezien als de top"

En dat is nodig, want de betrokkenheid van de medewerkers ALO is anders dan die van opleidingen waar Posthumus eerder werkzaam was. “De ALO is namelijk een omgeving waarin docenten zich heel sterk verbonden voelen met de opleiding en ook echt hun persoonlijke identiteit hieraan verbinden. Dat heeft iets heel moois, maar dat brengt ook het risico mee dat als er discussies plaatsvinden over hoe iets zou moeten zijn het heel persoonlijk wordt. Dan is het belangrijk dat men daarin goed begeleid wordt.”

ALO als top
Het is één van de punten waarop de ALO verschilt van de andere opleidingen waar hij eerder leiding heeft gegeven. Posthumus vervolgt: “In de wereld van de lichamelijke opvoeding wordt de ALO door velen gezien als de top. Daarnaast zie je dat mensen die hier werken, dat ook al heel lang doen.” Verder is het, in tegenstelling tot veel andere hbo-opleidingen, een echte docentenopleiding. Voor veel opleidingen is het niet vanzelfsprekend dat de docenten ervaring hebben met didactiek en pedagogiek. “Dat zijn vaak mensen die heel goed zijn in hun vak en vanuit die expertise naar het hbo gaan, maar niet in de kern docent zijn.” Het laatste kenmerk dat Posthumus beschrijft is de competitiviteit die de ALO, vanwege het sportkarakter, van nature heeft. “Dat heeft voor- en nadelen. Er is een enorme drive, maar om als team optimaal met elkaar samen te werken kan het je soms ook in de weg zitten”, zo legt de opleidingsmanager uit.

Posthumus wil daarom investeren in teamontwikkeling. Dit aspect kwam bovendrijven in de eerste honderd dagen van zijn nieuwe functie toen hij uitgebreid sprak met alle collega’s. Ondanks dat hij geen specifieke opdracht heeft meegekregen tijdens zijn aanstelling, heeft hij dus zelf teamontwikkeling centraal gezet. En dat is belangrijk nadat een aantal jaar terug een verandering in gang is gezet. “We willen namelijk niet alleen docenten lichamelijke opvoeding opleiden, maar ook professionals die in allerlei andere rollen aan de slag kunnen in en om de school. Het stimuleren van bewegen en ervoor zorgen dat kinderen met plezier bewegen, dat moet centraal staan.” Met die gedachte in het achterhoofd is daarom een nieuwe koers ingezet waarin het beweegonderwijs niet alleen maar draait om goed leren bewegen, maar ook om samen bewegen en het creëren van een pedagogisch, veilige omgeving. Er worden nieuwe lesvormen ontwikkeld waarin niet alleen maar de klassieke sporten centraal staan, maar bijvoorbeeld ook urban sports en acrobatiek.

"Uiteindelijk staan we samen voor de mooie uitdaging om de docenten lichamelijke opvoeding van de toekomst op te leiden"

Een ander aandachtspunt is de nieuwe bachelor die in september van start gaat: de Pabo/ALO. De voorganger van Posthumus, Thom Terwee, maakte zich sterk voor een samenwerking tussen beide opleidingen om op die manier scholen beweegvriendelijker te maken. De nieuwe opleidingsmanager van de ALO hecht ook veel waarde aan deze samenwerking en is daarom blij dat het ontwikkelen van de Pabo/ALO gelukt is. “Zonder dat het ten koste gaat van de ALO zelf, kunnen we met deze nieuwe opleiding een andere doelgroep aanboren en hen een mooi loopbaanperspectief schetsen.” Niet alleen voor deze nieuwe lichting is het arbeidsperspectief goed, ook voor de ALO-studenten zijn er veel mogelijkheden. “Op dit moment wordt er aan alle kanten van de studenten getrokken. Het is voor ons, bij wijze spreken, een uitdaging om ervoor te zorgen dat de studenten ook daadwerkelijk hier een opleiding afmaken en dat ze niet zonder diploma aan het werk gaan.”

Lange adem
Posthumus verwacht zelf nog zeker een jaar of vijf werkzaam te zijn bij de ALO aan de HvA. Niet alleen omdat hij dit werk met veel plezier doet, maar ook omdat de veranderingen die in gang zijn gezet, een proces van de lange adem is. “Het vraagt om stabiliteit en daar wil ik trouw aan zijn. Uiteindelijk staan we samen voor de mooie uitdaging om de docenten lichamelijke opvoeding van de toekomst op te leiden. Met als opdracht dat scholen, bewoners en gemeente - in de grootstedelijke context van Amsterdam - zien wat de meerwaarde van bewegen is.”

Eigenschappen
22 juni 2023
#replace title#