door: Maartje Fleuren, Astrid Ventevogel & Kim Middendorp-Meister | 10 januari 2023
Graag stel ik mezelf voor: ik ben Louen, 40 jaar en sinds vijf jaar voorzitter van een voetbalvereniging in een middelgrote gemeente in de Randstad. Graag neem ik jullie mee in mijn reis, welke startte in 2027. In dat jaar, op een koude dag in december, stond ik langs de kant van het voetbalveld en werd ik gevraagd om na te denken over een rol in het bestuur binnen de vereniging.
Toen mijn kinderen in 2025 lid werden van de voetbalvereniging, bracht ik hen naar de training en naar wedstrijden, reed ik ze naar uitwedstrijden en stond ik bij de thuiswedstrijden langs het veld. Sommige ouders uit de teams van mijn kinderen deden vrijwilligerswerk, zoals spelbegeleider, leider van het team, lijncoördinator, jeugdcommissie, technische commissie of bestuur. Zij vertelden mij af en toe wat ze aan het doen waren. Door deze gesprekken realiseerde ik mij wat er allemaal gedaan moet worden op een club om te kunnen bestaan. En deze mensen deden dat in hun vrije tijd!
Op die koude dag in december in 2027, werd ik gevraagd om deel uit te gaan maken van die groep als bestuurslid. In eerste instantie dacht ik, poeh dat lijkt me nogal een tijdrovende klus, maar toch triggerde de vraag mij. Ik overlegde met mijn werkgever. Zij moedigde mij aan en koppelde de doelen die ik voor ogen had voor mijn groei in de organisatie aan de bestuursrol en was zelfs bereid hierin te investeren.
Afspiegeling ledenbestand
Samen met zes anderen ben ik toen de uitdaging aangegaan. Een belangrijke reden om in te stappen was voor mij de diversiteit van de bestuurdersgroep. Een mooie afspiegeling van het ledenbestand en de omgeving waar onze leden vandaan komen. Met dit bestuur zag je dat de vereniging transformeerde. Meer mensen pakten projecten op. Elke week vele uren in de club steken lukt immers allang niet meer, maar korte duidelijke projecten uitvoeren, lukt wel.
Als bestuur besloten we ons voornamelijk te richten op de toekomst van de vereniging en de weg daarnaartoe. Wij bepalen de koers en de kaders, waarbinnen alle vrijwilligers een belangrijke mate van autonomie hebben. Wel met duidelijke afspraken over de verwachtingen die we van elkaar hebben, afspraken over jaarlijkse budgetten per onderwerp/ taak en de doelen die we willen bereiken. Daarnaast hebben we de wijze van vergaderen aangepast: in plaats van ‘s avonds laat wordt er vroeger en korter vergaderd en in verschillende samenstellingen.
Vereniging als ontmoetingsplek
Voor het bepalen van deze koers zijn we met de verschillende doelgroepen binnen de vereniging gaan praten: een diversiteit aan ouders, vrijwilligers, spelers, jeugd, jong volwassenen, senioren en voormalige bestuursleden. We realiseerden ons dat de vereniging een ontmoetingsplek is, waarbij ook andere partijen betrokken zijn. Daarom delen we het complex nu met verschillende buiten- en binnensporten, commerciële partijen en wordt het clubhuis gebruikt voor culturele activiteiten. Ook buurtbewoners zijn met verschillende initiatieven van harte welkom. Gevoetbald werd er ook nog, steeds vaker zelfs. Walking football doordeweeks, 7 tegen 7 voor veteranen op de vrijdagavond, een groep met de dames van Voetbalfit en natuurlijk ook nog ‘gewoon’ op zaterdag en zondag.
Natuurlijk heeft iedereen eigen belangen, doelstellingen en programma’s, maar ze onderschrijven stuk voor stuk de gezamenlijke normen en waarden. Regelmatig praten we hier over, onderling én met de gemeente. Hierdoor verbeteren we de samenwerking, versterken we elkaar en vergroten we de impact.
Ik ben me ervan bewust dat het nu makkelijk klinkt en dat is het zeker niet altijd geweest. Om de gezamenlijkheid te bereiken, hebben we moeten zoeken naar de overeenkomsten tussen ons in plaats van naar de verschillen. We hebben in de spiegel gekeken, allemaal, en we hebben geleerd. Voor mijzelf: de bestuursfunctie heeft mij verrijkt. Ik heb mezelf ontwikkeld op een manier die ik niet voor mogelijk had gehouden. Voor de buurt: we hebben voor de buurt dingen bereikt die zonder onze samenwerking nooit tot stand waren gekomen.
We hebben met heel veel mensen gezocht naar een punt waar we elkaar konden vinden, hebben hiervoor water bij de wijn moeten doen op verschillende fronten en hebben voor onszelf ontdekt waar onze kracht ligt. Wat ik heb gemerkt is dat het goed is om anderen een echte kans te geven om iets bij te dragen, dat het belangrijk is om om ons heen te kijken en mensen daadwerkelijk te zien. Leiders creëren zo leiders en die kan de sport goed gebruiken om ook in 2050 het inspirerende hart van de gemeenschap te blijven.
Vereniging van Diversiteit en Leiderschap in de Sport
De auteurs van deze column - Maartje Fleuren, Astrid Ventevogel & Kim Middendorp-Meister - zijn lid van de Vereniging van Diversiteit en Leiderschap in de Sport (VDSL). De VDSL is een maatschappelijke beweging (ondergebracht in een vereniging) die met haar activiteiten bijdraagt aan de ontwikkeling van diversiteit en leiderschap in en via de sport. De VDSL heette voorheen de LNVS (alleen gericht op vrouwen) welke in 2022 transformeerden tot een vereniging waarin leden elkaar ontmoeten en zich inzetten voor een de ontwikkeling van een open, inclusieve en toegankelijke sport -en beweegsector.
Maartje Fleuren is al meer dan 25 jaar actief in de sportwereld. Zij ziet Sport als een belangrijk onderdeel van de maatschappij en is van mening dat sport mogelijkheden geeft die verder gaan dan alleen bewegen en energie opdoen. Sport verbindt. Haar belangrijkste doel: Sport(verenigingen) toekomstbestendig maken. Zij deelt haar expertise met bedrijven, overheden, bonden en verenigingen, zowel op organisatorisch als op juridisch vlak.
Astrid Ventevogel is een teamsporter en verenigingen-fan in hart en nieren. Ze hockeyt al 50 jaar en bestuurt als hobby. Op dit moment is ze voorzitter van hockeyclub Pinoké, een familieclub met 2100 leden en ambities voor top- en breedtesport. Daarnaast werkt ze als interim-bestuurder en is ze aandeelhouder van diverse start-ups.
De rode draad in het leven van Kim Middendorp-Meister is (top)sport en (business)onderwijs. Na jaren verbonden te zijn geweest als docent en teamleider aan de Johan Cruyff Academy is zij nu projectleider voor nieuw (sport)onderwijs binnen de Hogeschool van Amsterdam. Zij gelooft in Leven Lang Ontwikkelen via sport en draagt graag bij aan het oplossen van complexe (verander)vraagstukken. Zij is lid van de Goudse Sportraad en voorzitter van de Vereniging voor Diversiteit en Leiderschap in de Sport.